Er zijn filosofen die zeggen dat we pas mens zijn in relatie tot een ander. Daar zit wel iets in vind ik. Natuurlijk ben je een individu; met je eigen verlangens, eigenschappen, gedachtes en gevoelens. Ook zonder dat je letterlijk mét iemand bent. In welke relatievorm dan ook. Tegelijkertijd is het juist in de interactie met anderen dat je vaak gespiegeld wordt. Je bewust wordt van bepaalde dingen. Patronen ontstaan, waar je dan later weer uit groeit ;-). We leren liefhebben met en door anderen. We kopiëren gedrag. Soms is dat gedrag blijvend en in andere gevallen kom je er achter dat het niet (langer) bij je past. Kortom, relaties en interacties met anderen brengen en leren ons superveel! Maar hoe zit dat als je daarin zelf wat grenzeloos bent? Als er als het ware geen ruimte zit tussen waar jij begint en die ander op houdt. Als je jezelf altijd maar weg cijfert en handelt vanuit een soort hunkering naar bevestiging. Liefde. Wat zegt zo’n vorm van relatie dan over jou als mens?
Onder de oppervlakte
Uit eigen ervaring weet ik hoe zo’n relatie voelt. Zowel vanuit mijn familiestructuur als ook in de romantische liefde. Die twee zijn vaak onlosmakelijk met elkaar verbonden. Vaak speelt er in de familiestructuur iets waardoor je al jong hebt geleerd jezelf weg te cijferen. Te pleasen. Je eigen behoeftes en gevoelens ondergeschikt te maken aan die van een ander. Van dat ontstaan ben je je meestal niet bewust. Simpelweg omdat dit vaak op jonge leeftijd ontstaat. Dan doe je gewoon. Je handelt meestal onbewust en bijna altijd reactief. En daar wordt dan een patroon geboren. Een simpel en voor velen herkenbaar voorbeeld: stel, je wordt altijd geprezen om het halen van hoge cijfers. Een 7 is te laag en dat word je ook gezegd. Door leraren, opvoeders. Dan heb je niet genoeg je best gedaan en zijn ze teleurgesteld in je. Gevolg: je gaat beter je best doen, omdat je de pijn van die teleurstelling (afwijzing) wilt vermijden. Je wilt pluimen, liefde. En dieper daaronder zit een soort overtuiging dat liefde voorwaardelijk is. ‘Als ik x doe, word er van me gehouden’. Later kan dit onbewuste patroon je op allerlei manieren gaan beperken, terwijl je dat vaak niet eens door hebt. Je werkt bijvoorbeeld minimaal 60 uur per week om je leidinggevende maar te laten zien dat jij de allerbeste bent. Of je gaat elke zondag trouw bij je ouders op de koffie, omdat dat nu eenmaal is wat ‘goede kinderen’ doen. Begrijp me niet verkeerd; in basis hoeft dergelijk gedrag geen wortel te hebben in een oud patroon. Het is maar een voorbeeld 😉. Wat ik er mee wil zeggen, is dat er bij ons mensen veel onder de oppervlakte speelt, wat ons ongemerkt leidt in wat er wél zichtbaar is…
Symbiotische relaties
Terug naar relaties. Het zijn namelijk juist relaties waarin dit soort patronen aan de oppervlakte komt. Oude patronen en overtuigingen, die in een ‘nieuwe’ relatie zichzelf herhalen. Dat kan heel veel jaren goed gaan. Misschien dat het soms wel even schuurt, maar nog veel vaker kabbelt het leven voort. Dat komt omdat je nog steeds bezig bent die afwijzing (onbewust) te vermijden. Kostte wat kost. Zo was ik vanuit mijn oude structuren enorm vervlochten met een aantal mensen om me heen. Hun behoeftes waren die van mij en ‘ik was gewoon niet zo moeilijk’. Ik zei ook vaak dat voor mij alles goed was, als iemand mij een keus bood. Het maakte niet uit, ik ging toch wel mee. In kleine dingen is dat natuurlijk prima. Het wordt alleen anders als het om de grotere beslissingen in het leven gaat. Of als je op een bepaald punt gewoon niet meer weet wat nou écht van jou is. Dat laatste gebeurde mij. Via een romantische relatie kreeg ik een onwijs diepgeworteld patroon vanuit mijn familiesysteem voor mijn kiezen. Ik had me zó verweven met die ander, dat er nog maar heel weinig van mijzelf in die relatie aanwezig was. Los van dat ik geloof dat je daarin bepaalde personen aantrekt, is dit mijn eigen verantwoordelijkheid geweest. Ik zei zelf ‘ja’ als ik ‘nee’ voelde en cijferde mezelf consequent weg. Het was symbiotisch. Letterlijk het versmelten. Iets wat ik in mijn jeugd al had gedaan, om die afwijzing te voorkomen. Tot ik dus op dat punt kwam, waarop ik me realiseerde dat ik dit helemaal niet ten diepste ben. Dit was gewoon gedrag wat ik me eigen had gemaakt. Ooit als beschermingsmechanisme had het me ergens wel gediend, maar in mijn volwassen leven sloeg het nergens meer op. Dat had ik helemaal niet meer nodig. Ik mocht op alle fronten op gaan staan. Overeind en in het volle licht. En wie daar niet tegen zou kunnen, zou vanzelf blijken. Natuurlijk is dat op het moment zelf niet zo gemakkelijk. Het was immers een hardnekkige structuur. Een diepe groef waar ik jaren en jaren doorheen had geploegd. Het kostte tijd om daar uit te stappen en voor mezelf nieuw gedrag te creëren, maar ik wist: dit kan en móet anders.
Ondertussen ben ik heel wat tijd verder. Jaren. Er is ontzettend veel op z’n plek gevallen. Dingen die ik vroeger wel ergens voelde, maar waar ik me niet bewust van was. Gesprekken die ik aan ben gegaan, om helderheid te krijgen en opnieuw mijn ‘positie’ te bepalen. Vanuit hoe ik mijn leven en mijn relaties in wil richten. Vanuit liefde en volwassenheid. Begrip en spiegeling. Humor en diepgang. En bovenal niet langer geleid door iets wat zich onder water bevindt. Je kunt altijd opnieuw kiezen. Elke dag en altijd. Als dat is waar je behoefte aan hebt: dóe ‘t! Práát! Kijk in de spiegel en deel over wat je voelt. Je bent uiteindelijk de creator van je eigen leven; dat is toch prachtig?